Zomerdans

In Zomerdans neemt Michael ons mee terug naar zijn jeugd, naar de zomer van 1936 ergens op het Ierse platteland. Hij woont daar met zijn moeder en zijn tantes.

Wij zijn deelgenoot van het leven van deze vrouwen, waarin simpele gebeurtenissen, zoals de aanschaf van een radio hoogtepunten worden. Onder dit eenvoudige bestaan gaat een hevig verlangen schuil naar een groter en gepassioneerd leven. Symbool daarvoor is het oogstfeest van Lughnasa, waar de vrouwen heen zullen gaan, waar ze zullen dansen, zullen vlammen om zo aan de man te komen. Tenminste... áls ze gaan.

Michael groeit op in deze beklemmende sfeer van verboden verlangens. Hij maakt de uitbarstingen van hartstocht mee, de onmogelijke liefde van zijn moeder voor de man die hem verwekt heeft en de geheime escapades van zijn tantes. Hij ziet de vrouwen dansen, alsof ze dan nog iets voelen van de passie, die tegelijk met hun dagelijkse beslommeringen langzaam slijt.

En dan is er ook nog Oom Jack, die 25 jaar geleden als missionaris naar Oeganda vertrok, nu niet vrijwillig terug is en hevig terugverlangt naar 'zijn' Afrika.

Zomerdans is een toneelstuk zonder duidelijk begin, eind of plot, maar gebracht met de sfeer van hoe het ooit is geweest.